Begeleiding en beoordeling
In het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) beschrijven we voor elke leerling de noodzakelijke ondersteuning om goed te kunnen leren en ontwikkelen. Ook staat in het plan welke dingen het leren makkelijker of moeilijker maken.
Het uitgangspunt van ons onderwijs in leerroute 1-2, maar ook in hogere leerroutes, is een goed leven voor iedereen met een EMB (ernstig meervoudige beperking). Het LACCS-programma van De Greeter & Munsterman helpt ons hierbij (LACCS-programma: Home (laccsprogramma.nl)). Voor een goed leven moet het op alle vijf de LACCS-gebieden (Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie, Stimulerende tijdsbesteding) goed voor elkaar zijn.
We vinden alle vijf LACCS-gebieden even belangrijk. Aan het begin van elk schooljaar wordt met ouders het ‘Goed-leven-gesprek’ gevoerd. In dit gesprek worden de vijf LACCS-gebieden van de leerling aan de hand van vragen nader in beeld gebracht.
Gedurende het schooljaar wordt samen met ouders en betrokkenen gewerkt aan het optimaliseren van de LACCS-gebieden. Het LACCS-programma:
- Geeft een geïntegreerd beeld van de leerling;
- Houdt rekening met alle aspecten van de ontwikkeling van de leerling;
- Geeft medewerkers houvast in begeleiding;
- Helpt passende doelen op te stellen voor leerlingen;
- Zorgt voor de grotere mate van samenwerking met alle betrokkenen.
In ons leerlingvolgsysteem Scholaris houden wij nauwkeurig de ontwikkeling van uw kind bij. Vanaf dit schooljaar is het leerlingvolgsysteem volledig vernieuwd waardoor het registreren makkelijker wordt en de ontwikkeling goed te volgen is. Via het klassenteam ontvangt u aan het begin van het schooljaar een overzicht van de doelen waar komend schooljaar aan wordt gewerkt. Aan het eind van het schooljaar worden deze doelen met u geëvalueerd.
Wat heeft uw kind nodig?
In het OPP staat ook welke ondersteuning de leerling behoeft om goed te kunnen leren en ontwikkelen. Ook staat in het plan welke dingen het leren makkelijker of moeilijker maken. De mate van ondersteuning bepaalt de leerroute van de leerling.
Wat betekent dat voor de lessen?
Alle lessen die een kind volgt, hebben een doel. De leraar stelt doelen op voor iedere leerroute, op het gebied van kennis, maar ook als het gaat om gedrag. Samen vormen deze doelen een groepsplan. Daarin staat welke leerlingen in de groep werken aan dezelfde doelen. In het groepsplan staat ook hoe uw kind hoort wat we verwachten en hoe we dat organiseren. De leraar beschrijft ook met welke middelen en methoden we werken.
Waar groeit uw kind naartoe?
Zal uw kind straks zelfstandig kunnen werken? Bestaat de mogelijkheid van een vervolgopleiding? Of blijft begeleiding waarschijnlijk nodig? Dit noemen we het uitstroomprofiel van de leerling. Voor ieder profiel hebben we een ander leeraanbod.
Hoe doet uw kind het in de praktijk op school?
We houden de planning voor het leren en ontwikkelen van uw kind bij in een digitaal systeem. Zo zien we hoe de leerling zich daadwerkelijk ontwikkelt. Hierin staan de behaalde cijfers, maar ook opmerkingen over gedrag en ontwikkeling. Twee keer per jaar gaan we na wat de opbrengsten zijn van ons onderwijs. Dit doen we met Cito-toetsen of andere toetsen voor speciaal onderwijs. We kijken regelmatig hoe uw kind zich ontwikkelt. De uitkomsten houden we bij in het leerlingvolgsysteem.
Diploma
Een diploma is iets om trots op te zijn! Leerlingen kunnen ermee laten zien wat ze geleerd hebben. En welke resultaten ze hebben gehaald. Ook op het voortgezet speciaal onderwijs, met uitstroom naar dagbesteding of arbeid. Een leerling krijgt een diploma niet zomaar. Hij of zij moet bijvoorbeeld genoeg stage hebben gelopen én een goed portfolio hebben gemaakt. Meer weten of het reglement lezen? Ga naar www.deonderwijsspecialisten.nl/scholen/diploma.